De overheid intervenieert in de schoonmaakbranche

Negen schoonmaakbedrijven slepen de Nederlandse Staat voor de rechter. Ze vechten het besluit aan dat commerciële bedrijven geen schoonmaakprojecten bij rijksdiensten meer mogen uitvoeren.De rijksoverheid besloot in 2015 dat het de schoonmaak van zijn gebouwen, een klus voor enkele duizenden schoonmakers, stapsgewijs (weer) in eigen hand gaat nemen, de zogeheten inbesteding. Het richtte daartoe de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) op.

De overheid voerde twee redenen aan voor zijn beleid. Ten eerste zouden de werkgevers in de sector hun schoonmakers te weinig zicht geven op een vaste baan en te weinig opleiding en waardering geven. Daarnaast zou het emplooi betekenen voor ambtenaren die elders bij het Rijk overbodig zijn geworden en voor mensen met een arbeidsbeperking.

RSO, dat wordt geleid door Nicolet Dukker, wil uiteindelijk veel meer schoonmaakcontracten overnemen. Die werkzaamheden hebben een geschatte omvang van € 65 mln. CSU (één van de schoonmaakbedrijven) is volgens topman Van Hoof al €4 mln omzet kwijtgeraakt door het overheidsbesluit. Dat kan oplopen tot € 20 mln.

De schoonmaakbedrijven zijn nu een zogeheten bodemprocedure begonnen tegen de Nederlandse staat. Dat betekent dat het een langdurige zaak wordt, die wel tot een bindende, definitieve uitspraak zal leiden.Er loopt ook een procedure van brancheorganisatie OSB bij de Europese Commissie. De vereniging van schoonmaakbedrijven wil inbesteding van schoonmaakwerk ongedaan maken, omdat die onrechtmatig zou zijn. Belangrijkste argument: de overheid mag niet in de markt interveniëren.

Bron: Het Financieele Dagblad

Geef een reactie